Wat een voortreffelijke indruk heeft achtergelaten bij ons.
Niet alleen vanwege de schattige hotelkamer, de traditionele muziek, maar ook vanwege de omgeving.
We gaan nu naar Noord Ierland, naar Londonderry om daar het Engelse gedeelte van Ierland te gaan proeven.
Dat betekent, dat we de Euro’s even op mogen bergen en op de Ponden mogen overgaan.
Na het ontbijt springen we de auto in en gaan op weg richting Londonderry.
Maar niet nadat we TT de opdracht hebben gegeven een klein omweg te maken over het Ierse schiereiland Inishouwen.
Daar ligt het noordelijkste puntje van Ierland Malin Head en dat willen we toch nog even meenemen.
En wie weet, waar we nog meer mee geconfronteerd worden als we over dat schiereiland toeren.
Je weet maar nooit.
Het landschap ziet er wat ruig uit.
Met flink wat boerderijen en er wordt links en rechts ook turf gestoken.
We zien hele bergen liggen.
En soms al verpakt in plastic zakken.
Ook kom je kilometers lang helemaal niets tegen.
Geen huis, boerderij, alleen schapen.
Oneindig veel schapen.
Het ontlokt schrijver dezes de opmerking, dat het vanavond niet de vraag is WAT we eten, maar WIE.
Dan rijden we door een klein plaatsje Carndonagh.
Een paar huizen.
Natuurlijk weer een winkelstraatje.
En een knoert van een kerk.
Niet in verhouding tot de grootte van het dorp zou je denken.
Maar wel fraai om te zien.
In dit dorp drinken we straks – als we Mailin Head hebben gezien – ook koffie en thee.
In een winkeltje pal naast deze kerk.
Maar eerst bereiken we Malin Head.
Waar het eigenlijk een dooie boel is.
Op het noordelijkste puntje van Ierland staan nog twee bouwvallen, die we op de foto hebben geknald.
Maar verder is het uitzicht uitstekend.
Verderop zie je het dorpje Malin, wat er naar later blijkt, verlaten bij ligt.
De bewoners van de huizen zijn stuk voor stuk niet thuis.
Je ziet een aantal toeristen allerlei foto’s van hun huizen en tuinen maken.
Daar maken wij ons niet schuldig aan.
Bij Malin Head, op het allernoordelijkste puntje van Ierland, hebben diverse mensen toch een boodschap achtergelaten in het landschap.
Variërend van hun naam tot het uitbeelden van een voorwerp.
We rijden verder door dit schiereiland.
En gaan nu op ons doel af.
Rechtstreeks.
Naar Londonderry.
Waar ons hotel vlak bij de ommuurde stad ligt.
Naast de rivier de Foyle.
Het door ons geboekte hotel is het City Hotel van Londonderry.
Een fraai hotel aan de kade van de rivier de Foyle.
We krijgen kamer 430 toegewezen en zullen dat nummer nog wel een aantal keren in de bar gebruiken.
Een fraaie kamer, ruim, met twee eenpersoonsbedden, die direct tegen mekaar geschoven gaan worden.
En een goeie parkeerplaats in de parkeergarage onder het hotel.
Daar moet je hier snel bij zijn, want….ze hebben er maar 40.
De eerste komt, de eerste krijgt, is hier het motto.
Dus….wil je een plekje….dan op tijd binnenrijden.
Anders parkeer je echt op het terrein van de gemeente, waar een uurtarief geldt.
Wij gaan ons opmaken voor Londonderry.
De enige ommuurde stad van Noord Ierland.
En daar zijn ze trots op, net zoals van al die andere zaken, die nijgen naar – bijna – nationalisme.
Want….de Engelse vlag, de Union Jack”, wappert op menig punt in Londonderry.”
Trouwens…ook het rood-witte van Ulster is nadrukkelijk aanwezig.
Als we ingecheckt hebben in ons hotel wordt het tijd voor een rondje Londonderry.
Dat betekent in ieder geval een bezoek aan de muur.
Dit is namelijk de enige stad in Groot Brittannië die zich kan beroepen op een volledige intacte muur rond de binnenstad.
Wij besluiten de binnenstad eerst eens vanaf de stadswallen te bekijken.
Een wandeling van pak weg een kilometer of twee in totaal.
Loop even met ons mee….
De typische grijze straten, geen enkele boom, somber...
Als we de rondwandeling over de muur gemaakt hebben, duiken we de stad in.
We dachten aanvankelijk, dat dit net zoiets zou kunnen zijn als St. Malo in Frankrijk.
Ook zo’n stadje dat ommuurd is en waarvan men de binnenzijde helemaal heeft ingericht om de toeristen te lokken.
Londonderry is kennelijk zo ver nog niet.
Ze hebben natuurlijk ook een behoorlijk stukje geschiedenis achter de rug, waarin bewoners – katholiek of protestant – lijnrecht tegenover elkaar stonden.
En eigenlijk nog…
Maar…het is groeiend.
En je kunt best een paar uur ronddarren in Londonderry.
Winkeltjes genoeg.
Maar…niet om vanavond te gaan eten.
Tegen zessen zie je al dat de winkeliers de gevels gaan verbergen.
Achter metalen horren.
Ook hier dus kennelijk niet helemaal veilig.
Als we ’s avonds na het eten een wandeling maken en even een blik binnen de muren van de stad werpen, gaan we gauw terug.
Wandelen langs stalen horren heeft geen zin.
Die laten niets zien.
’t Is dan ook erg stil binnen de muren van de stad.
’s Avonds eten we in het hotel en dat is geen verkeerde keus, blijkt….
Maar…dat lees je morgen.
Wij doen nog even een nachtmutsje in de gezellige lounge/bar van ons hotel.
En gaan op tijd bedwaarts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten