dinsdag 12 augustus 2008

Donderdag, 31 juli 2008.

Als we rond een uurtje of acht weer bij kennis zijn, beseffen we dat het droog is.

En da’s maar goed ook, want er staat vandaag een lange rit op het programma.
We doen vandaag de Causeway Coastal Route.
Volgens de boeken een route, die je gereden moet hebben, als je hier bent.
Een route vol bezienswaardigheden.
Dus gaan we kijken.

Dat besef, dat het droog was, had te maken met de bakken regen, die vannacht gevallen zijn.
Ja…in het meervoud, ja.
En dat zeggen we, omdat we d’r nagenoeg alles van gehoord hebben.
Die hotelkamer van ons, hier in Londonderry, is schitterend, daar niet van.
Maar gesitueerd naast een ruimte, waarop een zinken dag is gemonteerd.
En als daar regen op valt….nou….oorproppen zijn nog niet genoeg.

We zijn dus niet erg uitgeslapen.
Maar stappen desondanks toch uit bed.
Voor douche en ontbijt.
Daarna snel de auto in.
Nadat Herman een 'diclootje' heeft genomen.
Want....die heup en die uitstraling wordt weer helemaal niets vandaag.

Rond een uurtje of half elf bereiken we de Causeway en draaien de route op.
Volgens de boeken moeten we in ieder geval even stoppen bij:

- the Giants Causeway, een door UNESCO aangewezen erfgoed
- de touwbrug bij Carrick: de Carrick-A-Rede Rope Bridge
- Dunluce Castle bij Portrush
- de Bushmill distilleerderij
- Downhill Demesne en Mussenden Temple en
- de Carrickfergus Castle


Daarnaast schijnt er nog veel, veel meer te zien te zijn langs deze route.

Het plaatsje Downhill is het eerste punt, dat we bereiken.
Nou…niet het plaatsje dan, maar wel het Demesne en de Mussenden Temple.
Een aula op de rand van een klif, waar kennelijk nog regelmatig bijeenkomsten in worden gehouden, want…er staan stoelen en zo.

De Temple is vandaag echter gesloten en we komen er dus niet in.
Laat onverlet, dat we er natuurlijk wel foto’s van kunnen maken en gelijk wat foto’s van de omgeving.
Het Demesne is een oud vervallen fort met daarin een woonhuis van vroegere, inmiddels vergane glorie.

Want het woonhuis is voor bewoning absoluut niet meer geschikt.
Het ligt in het verlengde van de Temple, die, zoals reeds gezegd op het randje van een klif is gebouwd.
De bouw op zich is dus al een waagstuk geweest voor de bouwvakkers.

Na deze rondwandeling gaan we verder.
Er staat immers nog veel meer op het programma.
En dit soort stopjes bevalt ons wel.
Voldoende parkeerruimte.
Geen entree.
Lekker rustig….
Als dat de trend voor de rest van de dag is….

We gaan weer verder langs de kust.
En komen langs een paar pittoreske kustplaatsjes.
Met veel caravanparken, appartementen en hotels.
De plaatsjes Portstewart en Portrush.

Voordat we Dunluce Castle bereiken, komen we langs de witte krijtrotsen, iets na Portrush.
Een fraai gezicht, waarvan natuurlijk bijgaand een foto.

We gaan door naar Dunluce Castle, een kasteel uit de 13de eeuw, waarvan nog verbazend veel bewaard is gebleven.
Althans…volgens de boeken.
De twee identieke torens, de ophaalbrug en een gedeelte van de bestrating staan er nog..
Nou heb ik dit allemaal niet zo herkend…..ik zag eigenlijk meer twee identieke schoorstenen, een noodbrug en….dat wel….enige authentieke bestrating.
De rest is gerenoveerd, maar wel in stijl, natuurlijk.

Het kasteel bood destijds onderdak aan de Macdonnells, de hoofdmannen van het County Antrim, maar was een gruwel voor mevrouw Macdonnell.
Die had het meer op het wulpse stadsleven van Londen, Dublin en Belfast.
Toen ook nog eens een gedeelte van de keuken – het kasteel is op het randje van een klif gebouwd – in zee stortte en de helft van de keukenbemensing met zich mee naar beneden nam, pakte ze haar koffers en is er nooit meer teruggekomen.

Parkeren was hier geen probleem.
En gratis.
De entree twee pond per persoon en daar is ook nog overeen te komen, toch.
Ze kunnen in ieder geval van de entree de renovatie laten doorgaan.

Woensdag, 30 juli 2008

Okay….dit was Donegal.

Wat een voortreffelijke indruk heeft achtergelaten bij ons.
Niet alleen vanwege de schattige hotelkamer, de traditionele muziek, maar ook vanwege de omgeving.
We gaan nu naar Noord Ierland, naar Londonderry om daar het Engelse gedeelte van Ierland te gaan proeven.
Dat betekent, dat we de Euro’s even op mogen bergen en op de Ponden mogen overgaan.

Na het ontbijt springen we de auto in en gaan op weg richting Londonderry.
Maar niet nadat we TT de opdracht hebben gegeven een klein omweg te maken over het Ierse schiereiland Inishouwen.

Daar ligt het noordelijkste puntje van Ierland Malin Head en dat willen we toch nog even meenemen.
En wie weet, waar we nog meer mee geconfronteerd worden als we over dat schiereiland toeren.
Je weet maar nooit.
Het landschap ziet er wat ruig uit.
Met flink wat boerderijen en er wordt links en rechts ook turf gestoken.
We zien hele bergen liggen.
En soms al verpakt in plastic zakken.

Ook kom je kilometers lang helemaal niets tegen.
Geen huis, boerderij, alleen schapen.
Oneindig veel schapen.
Het ontlokt schrijver dezes de opmerking, dat het vanavond niet de vraag is WAT we eten, maar WIE.

Dan rijden we door een klein plaatsje Carndonagh.
Een paar huizen.
Natuurlijk weer een winkelstraatje.
En een knoert van een kerk.
Niet in verhouding tot de grootte van het dorp zou je denken.
Maar wel fraai om te zien.
In dit dorp drinken we straks – als we Mailin Head hebben gezien – ook koffie en thee.
In een winkeltje pal naast deze kerk.

Maar eerst bereiken we Malin Head.

Waar het eigenlijk een dooie boel is.
Op het noordelijkste puntje van Ierland staan nog twee bouwvallen, die we op de foto hebben geknald.
Maar verder is het uitzicht uitstekend.

Verderop zie je het dorpje Malin, wat er naar later blijkt, verlaten bij ligt.
De bewoners van de huizen zijn stuk voor stuk niet thuis.
Je ziet een aantal toeristen allerlei foto’s van hun huizen en tuinen maken.
Daar maken wij ons niet schuldig aan.

Bij Malin Head, op het allernoordelijkste puntje van Ierland, hebben diverse mensen toch een boodschap achtergelaten in het landschap.
Variërend van hun naam tot het uitbeelden van een voorwerp.

We rijden verder door dit schiereiland.
En gaan nu op ons doel af.
Rechtstreeks.
Naar Londonderry.
Waar ons hotel vlak bij de ommuurde stad ligt.
Naast de rivier de Foyle.
Het door ons geboekte hotel is het City Hotel van Londonderry.
Een fraai hotel aan de kade van de rivier de Foyle.

We krijgen kamer 430 toegewezen en zullen dat nummer nog wel een aantal keren in de bar gebruiken.
Een fraaie kamer, ruim, met twee eenpersoonsbedden, die direct tegen mekaar geschoven gaan worden.

En een goeie parkeerplaats in de parkeergarage onder het hotel.
Daar moet je hier snel bij zijn, want….ze hebben er maar 40.
De eerste komt, de eerste krijgt, is hier het motto.

Dus….wil je een plekje….dan op tijd binnenrijden.
Anders parkeer je echt op het terrein van de gemeente, waar een uurtarief geldt.

Wij gaan ons opmaken voor Londonderry.
De enige ommuurde stad van Noord Ierland.
En daar zijn ze trots op, net zoals van al die andere zaken, die nijgen naar – bijna – nationalisme.
Want….de Engelse vlag, de Union Jack”, wappert op menig punt in Londonderry.”
Trouwens…ook het rood-witte van Ulster is nadrukkelijk aanwezig.


Als we ingecheckt hebben in ons hotel wordt het tijd voor een rondje Londonderry.
Dat betekent in ieder geval een bezoek aan de muur.
Dit is namelijk de enige stad in Groot Brittannië die zich kan beroepen op een volledige intacte muur rond de binnenstad.
Wij besluiten de binnenstad eerst eens vanaf de stadswallen te bekijken.
Een wandeling van pak weg een kilometer of twee in totaal.
Loop even met ons mee….

De typische grijze straten, geen enkele boom, somber...

Als we de rondwandeling over de muur gemaakt hebben, duiken we de stad in.
We dachten aanvankelijk, dat dit net zoiets zou kunnen zijn als St. Malo in Frankrijk.
Ook zo’n stadje dat ommuurd is en waarvan men de binnenzijde helemaal heeft ingericht om de toeristen te lokken.
Londonderry is kennelijk zo ver nog niet.
Ze hebben natuurlijk ook een behoorlijk stukje geschiedenis achter de rug, waarin bewoners – katholiek of protestant – lijnrecht tegenover elkaar stonden.
En eigenlijk nog…
Maar…het is groeiend.

En je kunt best een paar uur ronddarren in Londonderry.
Winkeltjes genoeg.
Maar…niet om vanavond te gaan eten.
Tegen zessen zie je al dat de winkeliers de gevels gaan verbergen.
Achter metalen horren.
Ook hier dus kennelijk niet helemaal veilig.

Als we ’s avonds na het eten een wandeling maken en even een blik binnen de muren van de stad werpen, gaan we gauw terug.
Wandelen langs stalen horren heeft geen zin.
Die laten niets zien.
’t Is dan ook erg stil binnen de muren van de stad.

’s Avonds eten we in het hotel en dat is geen verkeerde keus, blijkt….

Na het eten dus even een korte wandeling richting brug, die we morgen gaan oversteken.Om de Causeway Route te gaan doen.
Maar…dat lees je morgen.

Wij doen nog even een nachtmutsje in de gezellige lounge/bar van ons hotel.
En gaan op tijd bedwaarts.

zondag 10 augustus 2008

Dinsdag, 29 juli 2008

08:00 uur en ’t is droog.
We gaan douchen en op naar ons inmiddels traditioneel Iers ontbijt.
En dan op pad.
’t Regent, maar…..of het enige naam mag hebben..?
Naarmate we vorderen wordt het droger.

De tocht staat vandaag in het teken van County Donegal, maar dan met name de kuststreek en de hoogste Cliff van Europa, de Sleave League.
Spectaculair vanwege zijn hoogte, maar ook de kleuren.

Als we in Killybegs komen, is het al droog.
En zijn we in de grootste havenstad van Ierland.
We wandelen door de haven en het plaatsje met het jasje bij de hand.
Maar….dat blijken we niet nodig te hebben.
Het dorp biedt verder weinig spectaculairs en dus….juist….rijden we verder.

Naar Slieve League tussen Carrick en Teelin.
Voor ons begint de klim naar de Slieve League bij Teelin.
En ook dit ziet er weer fraai uit.
’t Is ook nog eens laag water en dus liggen de bootjes – we zien er juist enkelen – droog liggen.

We kiezen voor de weg naar Teelin Pier en denken vandaar dan naar Slieve League door te kunnen rijden.
Maar….niets is minder waar.
Doodlopend…en geen kip te zien.
Wat bootjes aangemeerd, maar dat is het dan ook wel.
Terug dus.
Tot we een klein bordje “Cliffs” zien.
Laten we dat eens volgen.
Klimmen, klimmen en soms best stijl en nauw.
Tot we bij een parkeerterreintje komen.
We zien hier wat mensen hun auto parkeren en wij denken dat ook te moeten doen.
Tot….we een bord zien, dat de doorgang voor campers is verboden.
Dus niet voor onze Picasso.
Naar boven dus….en achteraf zijn we helemaal niet rouwig om het feit, dat we de Picasso het werk laten doen.
Bovenop vinden we namelijk een fantastisch parkeerplekje en heeft ons dit een paar keer een procent of 20 klimmen bespaard.
Goeie keus, dus….

We zijn onder de indruk en zetten hier een Iers CD’tje bij op.
En dat zullen we weten…de CD blijkt namelijk de speler niet meer te willen verlaten.
En voor de rest van de vakantie…..zitten we dus aan deze Ierse muziek vast..!!!!
En die andere CD…..nee….die kunnen we niet luisteren.Dat wordt een bezoekje aan de dealer bij terugkomst…!

Over een smal weggetje gaan we weer naar beneden.
En echt….als je hier iemand tegen komt….moet je onderhandelen…
We komen langs plaatsjes als Ardarra…pittoresk.

We zijn weer op de terugweg naar Donegal.
En rijden over smalle tweestrookswegen, die behoorlijk stijgen en dalen, maar vooral kronkelen.
Uitzicht, nihil dus…
En we rijden achter een bus uit Schotland aan.
De chauffeur verstaat zijn vak.
Slingert de wagen met een gemiddelde van toch zo’n 80 kilometer over de weg.
Inhalen is dus helemaal niet nodig.
Tot hij op enig moment op de remmen gaat.
En naar rechts (!) uitwijkt om een ezel – die op de weg liep - heen te rijden, die hij direct klem rijdt.
Vlak voor een hek.
De chauffeur springt uit de bus en jaagt de ezel het hek door.
Waarna hij het hek keurig dichtslaat en met de ketting afsluit.
Klasse…

We kunnen door.
Terug in Donegal ligt het bij hotel op het randje van grijs.
Met andere woorden….het kan gaan regenen.
Maar toch….verkiezen we het terras.
Waar we het een half uur uit kunnen houden, voordat de eerste druppels ons deel worden.
Teveel om te blijven zitten, dus naar binnen.
En net zijn we binnen of…..het wordt weer droog.
Maar….we zitten en blijven nu zitten.

’s Avonds in de bar van het hotel krijgen we een optreden van twee Ieren, die naast de fluit, accordeon en viool ook de Uillean Pipes laten horen.
Een soort doedelzak, maar dan niet met blaasgedeelte.
De pipes bind je met een soort pomp onder je arm, waarna je de lucht door de zak blaast.
En met veel, heel veel volume.
Echt schitterend om te horen.
Bovendien….krijgen we flatdance.
Twee kinderen van een jaar of 10 dansen de vonken van de vloer.
Je begrijpt, dat we deze avond kostelijk vermaakt werden en weer met traditionele Ierse muziek.

Donegal kan niet stuk..!!

zondag, 27 juli 2008

Zondag, 27 juli 2008.

Zonnetje.
Beetje wind.
Maar verder…ziet het er naar uit, dat het een mooie dag wordt.
Graadje of 20…dus mouwloos.

Maar…daar krijgt ze spijt van.
Goed, dat er een vest meegaat, vandaag.
We zijn er van uitgegaan dat vandaag – zondag immers – alles wel dicht zou zijn.
En dus hadden we een mooie autorit gepland.

We gaan het gebied van de muurtjes èn het National Park of Conamora bekijken.
De muurtjes, ja….dat komt door de afscheidingen tussen de landgoederen, hier.
Allemaal opgestapelde stenen, die kilometers muurtjes vormen.
Het wordt vandaag een ritje van – pak weg – 250 kilometer.
Maar….dan staan we ook weer voor het hotel.

We beginnen vanuit Galway richting Clifden te rijden. Om dan onderlangs terug te gaan naar Galway.
We moeten dan een flink stuk van het National Park Conemara meekrijgen.
En natuurlijk weer een indruk krijgen van de kust langs de Galway Bay.

Eerst douchen.
En baard trimmen.
Shit….trimmer vergeten.
Dat wordt ofwel alles d’r af…dan wel goochelen met mes en kam.
Hanny besluit voor het laatste.
Want anders zit ze een week niet naast me….grootspraak..!!!
Maar….juist…het wordt mes en kam.

Rond een uurtje of tien rijden we.
TT heeft zijn opdrachten weer gekregen en we worden weer keurig langs Ierse wegen geleid.
Nou ja….keurig….
Na Headford is-t-ie even van de kaart.
En stuurt ons een weg op, waarvan zelfs wij ons achter de oren krabben.
Dit is toch geen weg meer..?
Als je hier een tegenligger tegenkomt, dan zijn de rapen gaar..!!
Voor ons staat ook al iemand met zijn auto, die zich ten einde raad bij wijze van spreken de haren uit het hoofd trekt.
Wij passeren hem en rijden door over deze steeds smaller worden de weg.
En het valt ons op, dat ze zelfs drempels in de weg hebben aangelegd.
Drempels..!!! Voor wie, in godsnaam..??

En dan…. – TT is helemaal de weg kwijt en begint onzin uit te slaan - staan we ineens voor een prachtig kasteel…

Dit is het kasteel Ashford en tegelijkertijd het meest luxe hotel van Ierland.
En zeg nou zelf….het heeft wel wat…:

Hier logeer je vorstelijk.
Waarvoor dan natuurlijk ook vorstelijk “geschoven” moet worden (met bankbiljetten of goldcard….)

Wij weten met de auto de uitgang weer te vinden en komen terug op een weg, die we een kwartier geleden ook al gezien hadden.
TT stuurt ons weer dezelfde weg op.
En als we naar ‘m luisteren, dan komen we natuurlijk in de vicieuze cirkel terecht..!
En dat willen we niet.
We vloeken dus even naar TT en gaan onze instincten achterna.
En dat blijkt later voortreffelijk gewerkt te hebben.
TT herstelt zich….weet zijn – en daarmee onze – plaats weer.
En we kunnen verder.
Door wat dorpjes, waar de kerk een grote afname kent.
We moeten erg voorzichtig rijden, daar….vanwege de vele auto’s van de kerkgangers….
Over enkele heuvels of kleine 4de categorie bergjes.
En over erg smalle wegen.
Waar de kwaliteit ernstig van ter discussie staat.
De auto heeft er zichtbaar onder te lijden.
Wij ook….we worden behoorlijk heen en weer geslingerd.

Goed geluimd trekken we verder en komen steeds meer in de buurt van het verste punt van vandaag: Clifden.
Een plaatsje op het puntje van dit schiereilandje, waar we besluiten even uit te stappen.
’t Is immers al weer rond twaalven en dus hebben de spieren enige beweging verdiend.
En een kopje koffie/thee is overigens ook geen overbodige luxe.
’t Is weer zo’n stadje, waarvan we denken, dat we er al enkele gezien hebben.
Winkelstraat, waar iedereen doorheen geleid wordt (’t is immers de hoofdweg), met gelukkig voldoende parkeergelegenheid.
En omdat het zondag is, hoeft er niet betaald te worden.
Dat steelt gelijk onze harten.
Heerlijke stadjes zijn dit.
Die willen aan de zondagaanbidders geen voordeel hebben.
De winkeliers hebben dit kennelijk in de gaten….want bijna alles is open.
Clifden blijkt een kunstzinnig stadje met wat terrasjes en…..
Traditionele muziek.
Daar in de verte horen we de klanken van een viool en een harmonica.
Derwaarts, dus….

En op het – te kleine - terras van een restaurant zitten enkele mensen de zondagochtend echt traditioneel Iers te maken.
Wat we tot nu toe in nog geen enkele kroeg vonden, treffen we hier.

Wij staan er bij en genieten.
Fantastisch en applaus klinkt ruim na elke song.
Wij gaan op enig moment aan de wandel en treffen een aantal leuke shops.
In een van die shops kopen we zelfs een t-shirt voor Herman en ons souvenir.
De traditionele Ierse fluit.

We gaan door en komen weer terug op het punt, waar de muziek ons in de oren klinkt.
We kiezen het terras van de concurrent, omdat we daar buiten kunnen zitten en de muziek tot ons kunnen nemen.
Tegelijk met kopje koffie en een kopje thee.
Op enig moment is het natuurlijk tijd om verder te gaan.
We doen nog even een mooie winkel aan waar we souvenirs zien voor Sibel en Irene…

Hij krijgt een andere route en is duidelijk in zijn hum…..
We trekken verder door Conamora en zien fascinerende uitzichten.
De moeite meer dan waard.

Rond 16:30 uur komen we weer terug in Galway.
Krijgt de auto een plekje in de parkeergarage en snellen we naar de bar.
Hier is de bar in de ban van de halve finale Hurling.
Een spel, wat eigenlijk een kruising is tussen hockey en rugby.
Wat ontzettend snel over het (TV)scherm vliegt en wat menige reactie van de kijker ontlokt.
De rood-witten blijken achteraf gewonnen te hebben en de goegemeente kan zich daar kennelijk uitstekend in vinden.


donderdag 31 juli 2008

Zaterdag, 26 juli 2008










Vandaag staat een korte, maar interessante rit op het programma.
We gaan naar The Burren en naar de Cliffs of Moher.
Deze staan in alle vakantieliteratuur aangeschreven als een ‘must’ en daar geven we dan ook gehoor aan.
Bovendien….is het niet zo’n lange rit en kunnen we vanmiddag het stadje Galway zelf aan doen.
Daar is traditioneel ook altijd markt op zaterdag.

Na de welbekende douche en het evenzo bekende ontbijt stappen we in de auto en gaan richting Cliffs.
TT (TomTom) heeft de opdracht inmiddels verwerkt en leidt ons weer over de Ierse wegen.
Die overigens steeds smaller en smaller worden.
Dat gaat nog leuk worden vandaag.
Want niet alleen wij rijden over deze smaller wordende wegen.
Voor ons rijden een aantal bussen en al naar de dag zal vorderen, zullen we die uiteraard ook gaan tegen komen.
Dat wordt stuurmanskunst.

Rijdend richting Cliffs en Burren – die we overigens al zullen tegen komen voordat we de Cliffs bereiken – komen we langs een schattig plaatsje, Kinvarra.

Daar bij die plas water ligt het en zie je onder andere deze views:
De uitzichten in het dorpje Kirvana….
The Burren
The Burren zijn kalksteenachtige rotsen, grijs en kaal.
Vooral kaal….er groeit helemaal niets op.
Later op de dag zullen we er overheen lopen.
Want…deze rotsen lopen helemaal door tot op het strand.
Maar….zoals gezegd….dat later.
Wij rijden, zeg maar rustig slingeren, de Burren door en op.
Slingeren, ja….maar dat heeft te maken met het bochtenwerk, dat van ons gevergd wordt.
Af en toe gaat het erg stijl en erg smal omhoog, maar ook weer omlaag.
Concentratie is hier een vereiste.
En af en toe probeert de lokale overheid je dan ook nog van dienst te zijn met wegbewijzering:

Nou….degene, die hier in luttele seconden zijn weeg in weet te vinden, is een kanjer.
Wij vertrouwen op TT en onze kaart.
Want ook vandaag blijkt Ierland niet helemaal zuiver op de kaart te staan.
Af en toe is TT weer helemaal van de kaart (en van de weg) en blaat hij aperte onzin uit.
Wil-ie bijvoorbeeld dat we links af gaan waar geen linksaf is.
Wel een afgrond of zo.
En dan na 100 meter ook nog eens durven zeggen: “Probeer om te draaien en ga daarna rechtsaf…!”
Nota bene diezelfde afgrond in..!!!
Nee….dan de kaart, maar…die zijn we nog niet verleerd te lezen.

En dan….komen we bij de Cliffs of Moher.
We zijn niet de enige.
Een parkeerterrein vol met auto’s en autobussen.
Allemaal over die smalle wegen.
En voor de somma van EUR 8 voor een parkeerplekje.
Tel uit je winst.
Maar….dan krijg je ook wel wat, hoor.
Over acht kilometer zie je metershoge rotsen uit de Oceaan omhoog doemen.
Omhoog tot een hoogte van 200 meter.
En daar kun je langs lopen.
Enerzijds kun je over schitterend aangelegde trappen naar het hoogste punt en beschermd achter een stenen muur kijken naar l dit moois.
Anderzijds kun je – tot op zekere lengte – de andere kant bekijken.
Ook beschermd…tot je een bord tegenkomt, waarop je gewaarschuwd wordt om toch vooral dit bord niet te passeren.
Omdat de Cliffs niet betrouwbaar zijn.
Nou…..d’r is d’r natuurlijk niet een, die zich aan dit bord stoort.
Iedereen klimt er overheen en wandelt langs de rand van de Cliffs.
Geen hekje meer om je te beschermen.
Een verkeerde stap, of een duwtje van deze of gene lulhannes en je zweeft met een bloedgang zo’n 200 meter naar beneden….
En….de eerlijkheid gebiedt me te schrijven, dat ik er eigenlijk van overtuigd ben, dat dat toch zeker al eens een keer gebeurd moet zijn.
Maar….genoeg gezwamd….we gaan even met de lezer de Cliffs op.
Voor een indruk…




Hier staan we dus aan de rand van het onbeschermde stuk en kijken naar de beschermde Cliff (die met die trap en die muur)

Langs het randje……
En…. natuurlijk liet Hanny d’r zakdoek uit d’r handen waaien…
Da’s eeuwig zonde, want zo’n (papieren) zakdoen kun je meerdere keren gebruiken…die moest terug….maar ik laat de lezer in het ongewisse of dat werkelijk gelukt is…..

De Cliffs of Moher zijn inderdaad een must voor de bezoeker.
Geeft je echt weer even het gevoel, hoe klein je bent.
En hoe gemakkelijk regels overtreden worden.
Ook wij……hebben gezondigd.
En zijn over dat hek geklommen om dat “gevoel” te krijgen er bij te horen.
Wij waren daar..!!
En hebben “on the edge” gelopen.
Daar gaan we vanavond op drinken.
Nou….zometeen al, maar dan met een Colaatje, wat we terplekke kopen.

We gaan door….terug.
Naar Galway en dwars door The Burren.
We kiezen een fabelachtig smalle kustweg en komen dan bij The Burren.
Uitgesleten kalkzandsteen, waar je voorzichtig je weg overheen kunt vinden.
Om uiteindelijk de kustlijn te bereiken.

En zo zijn we er gekomen…
Toch bieden de rotsen nog mogelijkheden voor leven.
Er groeit nog van alles plantaardigs tussen.


We gaan weer verder.
Naar Galway.
Even tanken onderweg….dat gaat overigens best leuk hier.
De liter benzine kost hier EUR 1,31.
En in Nederland kenden we nog prijzen van EUR 1,69 toen we weggingen.
We zitten dus eigenlijk gewoon onze dinertjes te verdienen tijdens het tanken, maar…dit terzijde.

In Galway aangekomen, parkeren we de auto langs de haven en betalen grif onze parkeergelden (net zo duur als Noordwijk…).
Maar…niet betalen betekent een wielklem.
En onze buurman heeft ervaring.
Die zit naast zijn auto met vrouw en kind te balen als een stekker.

Wij wandelen het dorp in en gaan op zoek naar het centrum.
En dat hebben ze in Galway.
Een wandelpromenade waar van alles gebeurd.
Het barst er werkelijk van de straatartiesten, die allemaal proberen toch nog een zakcentje bij
te verdienen.
Veel muziek, jongleurs, panfluiters etc. etc.
Een lust voor het oog.
Het leeft…

Hier gaan we ook vanavond naar toe.
Want de reisliteratuur meldt, dat we voor traditionele Ierse muziek naar de oudste en meest bekende pub van Galway: the Quay Bar in Quay Street moeten.
Dat gaan we vanavond dan ook doen.
Eerst maar naar het hotel voor de borrel en misschien een klein tukkie.

Daarna weer terug met de auto, want het centrum ligt 5 kilometer verderop.
Parkeergarages zat en dan naar The Quay.
Waar we ook gaan eten.
Hanny kiest voor de (gerookte) zalmsalade en Herman gaat voor Chef’s roast of the day: lamb.
Voor weinig geld een heerlijke maaltijd.
Als we betalen, vragen we of er vanavond nog muziek is.
“Oh, today is Saturday. Then there is no music.”
Wel gloeienduh, gloeienduh…..
Maar even later komt de ober weer naar ons tafeltje en verwijst ons naar een bar met traditionele Iersde muziek iets verderop.
Wij er naar toe.
En we moesten ons echt door de mensenmassa heen wringen.
Ontzettend veel publiek, vanavond op de straat.
We gaan de bar binnen en inderdaad….traditionele muziek.
Uit de luidsprekers, die in verbinding staan met…..een CD-speler.
Herman heeft ’t gehad.
En erkent, dat er in die 13 jaar wel erg veel veranderd is.
Bandparodisten en CD-spelers hebben de macht over genomen.
Echt Ierse muziek hebben we nog niet getroffen.
Waar staat dit land over nog eens 13 jaar..???

We gaan terug naar het hotel.Voor een borrel.
En muziek.
Covers van de 80’ger jaren.

zondag 27 juli 2008

Woensdag, 23 juli 2008

‘t Is droog.
Bewolkt.
En druk op de weg voor onze kamer.
Ze “stekkeren” hier met doodsverachting de heuvel af het dorp in.
En voor ons lijkt het wel of we op het circuit van Zandvoort zitten.
Ze gaan hier al vroeg naar hun werk….dus zijn we vandaag vroeg wakker.
Dat kan geen kwaad.
Want vandaat is de oversteek.

Vandaag is de dag: IRELAND….HERE WE COME.
Het Ierse avontuur gaan beginnen.
Maar dan wel met een Engels ontbijt.
Hanny heeft ervaring en waarschuwde me al om me hier niet te veel van voor te stellen.
Maar…eerlijk is eerlijk….ze hebben hun best gedaan.Lekker gescrammbled ei, heerlijke bakbacon (geen spek..!) er bij, champignons, tomaat, aardappel en koffie/thee.
Nee… chapeau.

Dan uitchecken en op pad.
WE besluiten nog even wat van Wales te gaan zien en maken een omweg over het eiland.
En zien een fraai stukje Engeland/Wales aan ons voorbij gaan.
Dat doet ons Haverfordwest vergeten.

In Fishguard komen we rond 10:00 uur aan….ruim op tijd dus.
En kunnen daar tijdens het wachten nog even genieten van een koffie/thee.
Juist op dat moment begint de zon een gevecht met de wolken en wint.
En als we aan boord stappen, is het zelfs warm.

Vijf minuten voor half twaalf – ze zijn te vroeg – varen we af.
Voor een oversteek van bijna 2 uur.
Dan arriveren we in Rosslare.
Onderweg maakt de zon weer plaats voor wolken.
En lijkt het weer somber te worden.

We ontschepen voorspoedig in Rosslare en gaan op pad.
Onderweg komen we door Waterford.
Daar is Herman zo’n dertien jaar geleden eens geweest voor een onderzoek.
Maar hij herkent daar verrekt weinig.
Okay….de havenkade….maar van een haven is geen sprake meer.
Geen kranen meer om coasters te lossen.
Geen coasters dus meer.
Alleen plezierbootjes.
Het centrum van Waterford is gezellig.
Mooie wandelgebieden, mooie winkels en we duiken nog een pub in voor koffie/thee.

Dan verder naar onze bestemming in Cork.
Waar we rond 18:00 uur aankomen.
En onze TT (TomTom) ons precies voor de deur van het hotel afzet.
Dat ligt op de eerste verdieping.
Trap op, dus…en geen lift.
K….koffers…!!

We krijgen kamer 320 toegewezen…en die doet niet veel onder voor die, die we in Haverfordwest (Wales) gewend waren.
Ook hier kraken de vloeren, het bed, het meubilair.
Ook hier sluip-door-kruip-door.
Deurtje hier, trapje daar, stukje vals-plat.

En onze kamer….berekend op drie personen.
Die derde persoon is niet blij….het bed kent een ongelofelijke kuil.
De electriciteit….werkt op een plastic card, die aan de sleutelbos zit.
Die moet je in een apparaat aan de muur steken om verzekerd te zijn van electriciteit.
Je weet dus altijd, waar je sleutels zijn.

Lang genoeg geweest, hier.
We gaan wat eten.
In Paul Street vind je de meeste en beste eetgelegenheden.En wij belanden bij AMIKUS.
Een jongerentent, waar je fantastisch kunt eten.
Fantasierijk ook.
Herman kiest voor lam met chorizo en Griekse salade. en krijgt een kompleet steiger voor zich neergezet.
Maar….wel smullen.


Hanny kiest voor de visschotel en krijgt een bord vol met allerlei lekkernijen.
Ja…echt smullen….hier kunnen die Welshmen nog wat van leren..!!!

Dan nog even lopen door het dorp op zoek naar een pub met onvervalste Ierse muziek.
Maar….nowhere..!!!!
Niet te vinden.
Teleurgesteld druipen we af naar ons hotel.Daar draaiden ze vanmiddag tenminste nog een CD van de Dubliners.
Maar…..ook hier is het ijzig stil.
Met nog een klant bemensen we de bar.
Dat wordt helemaal niks vandaag…..
We gaan naar bed.
Met een neut, natuurlijk.

Dinsdag, 22 juli 2008

We hebben de wekker gesteld, want….we willen toch wel wat ontbijten aan boord.
Om 05:15 uur loopt-ie af en gaan we douchen.
Goeie douche….daar kan menig hotelier nog een voorbeeld aan nemen.
En dan naar Dek 7 voor het ontbijt.

De boot blijkt al aangemeerd in Harwich.
Daar hebben we toch mooi niets van gemerkt.

Heerlijk croissantje, geroosterd brood, scrammbled egg, spek etc. etc.
Je kunt ’t zo Engels maken als je wilt, maar daar beginnen we nog maar niet aan.
Dan moet je denken aan tomatenketchup, witte bonen, champignons, etc. etc.

Om 06:15 uur de spullen uit de hut opgehaald en naar de auto.
En om exact 06:30 uur mogen we van boord.
Niet dat we de eersten zijn….alle vrachtwagens zijn al weg.
Die genieten kennelijk voorrang.

We zijn wel een van de eersten.
En moeten onze weg naar Engeland zien te vinden.
En LINKS rijden..!!!!!

De TomTom doet ’t hier nog niet.
Kan geen satelliet vinden en dus maar even geparkeerd.
En jawel….we krijgen onze route voorgeschoteld.
Op pad, dus.

Door glooiend Engeland.
Waar het nog vroeg is en we bijna niemand op onze weg treffen.
Een uurtje later wordt ’t drukker op de weg.En rond Londen – we moeten daar onderdoor – staan we regelmatig vast.
In de file.
Da’s ook hier heel gewoon.

Na Londen – ’t is dan ongeveer 10:30 uur – wordt ’t rustiger op de weg.
Kunnen we tanken en op zoek naar een ATM.
Om te pinnen.
Nou….dat valt niet mee.
Welk benzinestation we ook proberen….onze pasjes worden niet herkend.
En we hebben niet een pond of pennie op zak.
Nou kun je overal wel met je pin betalen….ook kleine bedragen, maar helemaal geen sous in de portemonnee geeft ook geen rustig gevoel.
Dat merken we bij Cardiff.Daar moeten we over een brug, waar je tol moet betalen.
We hebben nog 10 Euro’s, en die worden gelukkig geaccepteerd.

Door naar Haverfordwest, waar we een kamer geboekt hebben in het Pembroke House Hotel.
Niet groots…doet eigenlijk alleen maar denken aan Fawlty Towers, want ’t is een kruip- en sluip door met allemaal deuren en trapjes en redelijk oud.
Maar wel schoon.
En we worden buitengewoon vriendelijk ontvangen.

De auto staat achter het hotel geparkeerd.
Die heeft er vandaag ruim 500 kilometer opzitten.
En zijn best gedaan natuurlijk voor een flinke slok ongelood.
Hij mag vanavond blijven staan.
Wij gaan lopend op weg naar het centrum.
Maar….. wat een saaie boel, is ‘t hier.
En wat een mode…!
Ze lopen hier echt nog 15 jaar achter…
De kleren, waar ze hier in lopen, zijn bij ons vijftien jaar geleden al afgezworen.
En ze kijken ook niet zo vrolijk.
Het centrum van Haverfordwest zijn we snel door.
Hier is niet veel te zien.
We treffen ook niet echt een uitnodigend cafe.
Hoewel…in eentje drinken we een diet Coke en een Forster biertje.

Maar een restaurant voor vanavond..?
Dat treffen we niet echt.
Waar gaan we eten..?

In het hotel bekijken we de folders van de omgeving, maar komen daar ook niet veel tegen.
In Fishguard – waar we morgen weer aan boord gaan voor de oversteek naar Ierland – is kennelijk een hotel en een restaurant.
Meer komen we er op de folder niet tegen.

We besluiten ons geluk daarom maar in het centrum van Haverfordwest te gaan beproeven.

Nou…..daar vinden we een beetje aansprekend hotel/restaurant.
En als we binnenstappen…..zijn we de enige..!!!
Nou ja….denken we….aan aandacht zal het ons niet ontbreken.

We gaan zitten en eten vooraf groentesoep, zoals we die thuis ook gemaakt zouden kunnen hebben.
En door twee dames geserveerd…..jawel….de we hebben het over de soep…
Als hoofdgerecht kozen we voor Sirloin…gegrilld….en die kregen we ook.
Een mooi stukje vlees, maar…..de man in de keuken – ik krijg het woord kok even niet uit de strot – gebruikt nog geen korrel zout en van een sausje heeft hij helemaal nog nooit gehoord.
We doen er dus van alles aan om het stukje vlees nog enige smaak te geven.
De sperziebonen waren ook verknald….de worteltjes hebben we laten liggen en de bloemkool vond de weg naar de maag van Hanny.
Nee….echt indruk heeft Engeland tot nu toe nog niet gemaakt.
Zeker op culinair gebied niet…want koken kunnen ze voor geen meter.

We gaan terug naar het hotel….en lopen door het centrum van Haverfordwest.
Totaal verlaten.
We kunnen die Engelsen achter de ramen horen denken: “Wat zijn dat voor dwazen, die hier door onze straten lopen..?”
En geef ze eens ongelijk.
Alles is totaal verlaten.
Bij het hotel aangekomen, besluiten we een blik in de bar te werpen.
In de kelder, is-t-ie….
En ’t lijkt verdraaid wel gezellig.
We nemen een borrel en daar laten we het bij.
Je moet tenslotte ook niet overdrijven.
En na wat wij gewend waren in dit dorp, is het natuurlijk al gauw gezellig.

We kruipen in bed.
Met een eigen borrel.
En die gaat er krakend en piepend – wat ’n bed, zeg… - in.